Abraham

Abraham

In het jaar 1966 is de Nederlandse biermarkt een overzichtelijk, opgeruimd en nogal eenzijdig geheel: Koning Pils regeert onbedreigd. Eens per jaar komt het donkerbruine Bockbier kijken – het is dan nog alleen van tap te verkrijgen – en daarmee is eigenlijk alles wel gezegd. Vijf jaar daarvoor bezong het Cocktail Trio de lof van ‘de man die het bier uitvond’, een evergreen boordevol historische en feitelijke onjuistheden waarop geen kniesoor lette. Zo was het een vrouw die bier uitvond en bracht het Trio de aubade eerst en vooral aan pilsener, het dominante biertype – maar u weet dat alle pils bier is, maar niet alle bier pils. Ook in 1966 wordt, in een roemrucht wijngeslacht, een jongetje geboren. Vijftig jaar later is het bierlandschap om hem heen drastisch veranderd.

Vooral de laatste paar jaar is het hard gegaan – we zullen er later aan refereren als De Nederlandse Bier Revolutie. Brouwerijen schieten uit de grond als paddenstoelen in een natte herfst, maar er zijn de laatste halve eeuw ook veel bieren en brouwerijen verdwenen. Of we daar rouwig om moeten zijn zal de tijd uitwijzen. Ons Haagse ventje groeide fluks op en als hij naar de middelbare school gaat zijn er bieren uit Belgiëland de grens over gestoken. Trappisten, Duvels en bier met kersen verschijnen steels op de tapkast en het winkelschap – storm loopt het niet meteen, maar het blijkt niet te stoppen. Tegen de tijd dat onze knaap zijn diploma in ontvangst neemt – een grijns van oor tot oor – is het niet alleen de No Nonsense van Onno Ruding of het mintgroen en roze van Doe Maar dat zijn omgeving kleurt maar zijn het meer en meer amberkleurige of zelfs witte bieren die zijn smaak maken. Ik vermoed dat hij er met volle teugen van genoot. Het zijn ook de jaren dat Nederland nieuwe brouwerijen ziet: de Arcense Stoombierbrouwerij wordt van de ondergang gered maar de Nijmeegse brouwerij De Raaf is, sinds een eeuw, een volledig nieuwe brouwerij. In zijn diplomajaar opent Brouwerij ’t IJ in Amsterdam.

Wat tijdens de studie gebeurt blijft binnen de morsige muren van het dispuutshuis, maar zijn natuurlijke aanleg tot het nemen van verantwoordelijkheid, gevoed door besef van rentmeesterschap, mondt uit in een gepassioneerde drang tot besturen. We spreken inmiddels over de jaren negentig van de voorbije eeuw: het Nederlands bierlandschap wordt vooral gekleurd door Belgische bieren, hoewel stilletjes aan meer nieuwe Nederlandse brouwerijen zich melden. Toegegeven, hard gaat het nog niet en vier grote brouwgroepen beheersen de Hollandse keel waarachter vier familiale brouw dreumesen met hun voeten staan te draaien. Spannend is het niet. Het begin van het derde millennium wordt gekenschetst door een verveelvoudiging van verkrijgbare bieren uit het buitenland, die de consument hartgrondig omarmt. Daardoor geïnspireerd vangt dan eindelijk de Nederlandse Bier Revolutie aan met als voorlopig hoogtepunt het Carnivale Brettanomyces. Voor het eerst in hun geschiedenis worden vaderlandse brouwers gevraagd zuur bier te brouwen, met wisselend resultaat tot gevolg, want dat waren ze niet gewend: bewust zuur.

Het Bierlandschap rondom onze Haagse boreling is, als hij Abraham ziet, onherkenbaar veranderd. Hij heeft daar meer aan bijgedragen dan hij zelf ooit voor mogelijk hield, of van plan was. Wat hij zoal deed leest u maar eens terug op dit voortreffelijke blog, dat ook in de toekomst eeuwigheidswaarde zal blijken te hebben – waarvan akte.

Rick Kempen is een van de invloedrijkste bierkenners van Nederland. Op zijn blog ‘My life with beer’ geeft hij op humoristische en scherpzinnige manier zijn enthousiaste visie op de bierontwikkelingen in Nederland. Rick maakt bij Bier&cO van zijn hobby zijn werk. Deze blog is geschreven op persoonlijke titel

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.