
29 sep Batham’s
[2023] De Batham’s Delph brouwerij in Brierly Hill is een van de weinige nog bestaande Victoriaanse torenbrouwerijen in Engeland. Matt Batham vertegenwoordigd samen met zijn neef Tim de vijfde generatie in deze familiebrouwerij, waarvan de geschiedenis begint rond 1877. Charlotte Batham brouwde destijds bier achter in haar tuin, dat zo populair was, dat de familie besloot het groter aan te pakken. Inmiddels is Alice, de dochter van Tim, hoofdbrouwer. Zij vertegenwoordigt de zesde generatie in het bedrijf.
In een torenbrouwerij zijn alle stappen van het brouwproces onder elkaar geplaatst, waardoor het transport van vloeistof op zwaartekracht plaats kan vinden. Pompen zijn nauwelijks nodig. Het brouwproces begint op de moutzolder, waar de geschrote mout in een taps toelopende houten silo gestort wordt, die vlak boven de beslagkuip uitkomt, die een verdieping lager staat. Op de dag van het brouwen stort de mout in de beslagkuip, waarin tegelijkertijd warm water stroomt. De beslagkuip zelf is onverwarmd. De temperatuur van het beslag kan alleen aangepast worden door meer warm water toe te voegen. Onderaan de beslagkuip bevindt zich een dubbele bodem, waarop de kafjes van de mout langzaam een filterbed vormen. Na ongeveer anderhalf uur laat Alice het bier over dit filterbed klaren. Het wort stroomt in de brouwketel. Er is geen circulatie mogelijk, want de brouwerij werkt op zwaartekracht.
De brouwketel ziet eruit als een grote koperen bak die in de vloer is gehangen. Een verdieping lager staat de gasbrander die de ketel met directe vlam verhit. Ooit was kolen de brandstof, maar dat werd te bewerkelijk. De kookketel heeft geen deksel en geen roerwerk. De hop wordt als hele bellen toegevoegd. Als het wort lang genoeg gekookt heeft, stroomt het weer een verdieping lager. Ooit was dit het koelschip, waarin Matt en Tim samen met hun vriendjes mochten badderen op dagen dat er niet gebrouwen werd. Nu staat er een hop back, een grote metalen bak waarin het warme wort opgevangen wordt. De blaadjes van de hopbellen fungeren als natuurlijk filterbed om alle eiwitten en andere sedimenten uit de brouwketel tegen te houden. De heldere vloeistof stroomt vervolgens door een platenkoeler. Vanwege deze innovatie is hier de enige pomp in de brouwerij geïnstalleerd.
Vervolgens stroomt het wort weer verder, naar de gistkelder – die zich overigens op de begane grond bevindt. Hier staan open houten gistkuipen die met plastic bekleed zijn. Hierin gist het bier. In de kuipen staat een metalen trechter die Matt de ‘parachute’ noemt. Deze parachute dient om overtollige gist op te vangen. Na de hoofdvergisting wordt het nog nagistende bier in de vaten getapt. Als laatste stap voegt de Bathams wat hopbellen toe aan de vaten, en isinglass. Dat laatste is een natuurlijk klaringsmiddel gemaakt van visblaas. Het gebruik van isinglass gaf wat stof tot discussie, omdat Alice vegetarisch is. Maar de conclusie was dat het product zelf in het vat achterblijft en niet gedronken wordt. Bovendien bleken alle alternatieven minder goede ale op te leveren. Batham’s brouwt uitsluitend real ale: een bitter en een mild van vrijwel hetzelfde wort. Alleen de brouwsuikers en hopgift zijn anders. Alleen voor kerst brouwt Alice nog een derde bier: het zware XXX. Batham’s Bitter is uitgegroeid tot een icoon, vanwege de traditie en de kwaliteit. Het inspireert ook moderne brouwers. Naar verluidt is Beavertown’s Neck Oil session IPA gebaseerd op Batham’s Bitter.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.