Carnaval van rare beestjes

Carnaval van rare beestjes

[2016] Afgelopen weekend stond Amsterdam in het teken van alternatieve beestjes. Vijf jaar geleden schreef ik over de Avant Garde van de Nederlandse bierbrouwers, die door de enthousiastelingen van bierwinkel de Bierkoning en biercafé de Wildeman uitgedaagd was om een bier te brouwen, vergist met een Brettanomyces gist.

En hoe enthousiast ik toen al was, ik had nooit kunnen bevroeden dat deze actie vijf jaar later uit zou groeien tot een vierdaags festival dat de prachtige naam ‘Carnivale Brettanomyces’ had meegekregen. Vier dagen vol met presentaties, proeverijen, tap takeovers en zelfs hele diners. Er waren bezoekers en brouwers uit Nederland, België, Engeland en de VS. ‘Brett’ – zoals het gistje liefkozend heet – eet bijna alles, maar het programma van het Carnivale was zo overladen dat het zelfs voor de meest verstokte Brettliefhebber onmogelijk was om alles mee te maken. En hoewel vijf jaar later het brouwen met Brett nog steeds avant garde is, zijn er wel heel veel bieren bij gekomen en hebben brouwers het beestje aardig onder de knie gekregen.

In het Arendsnest proefde ik een bijzonder experimenteel versnijbier waarbij Ruud van Moorst lambiek had gecombineerd met het sap van kiwi. Een experiment dat hij niet snel zal herhalen want kiwi’s laten zich heel lastig persen, zo bleek. De moeite was het zeker, de zoetzure wrangheid van de kiwi versmolt met de rinsheid van het bier. Aan de bar was het onversneden foederbier te proeven dat aan de basis staat van Mestreechs Aaijt. Dat bood de mogelijkheid, om net als vroeger, oud bier met jong bier te mengen en zo tot hele nieuwe smaakervaringen te komen. Historicus Roel Mulder had even tevoren een lezing gegeven over de geschiedenis van lambiek in Nederland. Bij De Bierkoning was vervolgens te proeven hoe Toon van den Broek geuze en lambiek in Groningen een heden en toekomst geeft. Ook de brouwers van Katjelam en Tommie Sjef gaven een bijzonder lekkere acte de presence.

Eerder had Yvan de Baets van Brasserie de la Senne uit Brussel in proeflokaal De Prael al een boeiende presentatie gegeven over saison, waar ik in een later verhaal nog op terug kom. Er waren nog veel meer boeiende verhalen en proeverijen, meer dan ik op kan. Gelukkig bood De Wildeman steeds een veilige haven om al pratend met andere liefhebbers een spannend glas bier te drinken. Maar het hoogtepunt van het feest was voor mij het diner dat Pepijn en Elaine van Brewtaste en Wilde Chutney verzorgden in de Waalse kerk. Onder de titel “What the goat eats” kregen we een spectaculair vijf gangendiner voorgezet. Vegetarisch vanzelfsprekend, want een geit eet net als Brett veel, maar geen vlees. Denk bij de gerechten aan ‘deconstructed piccalily’ of een ‘sorbet van kelp en zeewier met vlierbloesem en verse venkel’ en je krijgt een idee hoe bijzonder het diner was. De brouwers van Pope’s Yard presenteerden bij deze smaakexplosies steeds een bijpassend en minstens net zo’n verrassend bier uit eigen ketels. Bieren die vergist waren met, hoe kan het ook anders, Brettanomyces. Een ding weet ik zeker. Het gaat geen vijf jaar duren voordat ik terug ben. Eén jaar wachten lijkt me al zo lang.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.