Curaçao

Curaçao

[2019] Een goed verhaal hoeft niet waar te zijn. Maar mag het op z’n minst een beetje geloofwaardigheid hebben? Zo niet de onzin die Hoegaarden op z’n eigen website debiteert. Volgens die website ontdekten monniken ‘rond 1445 als eersten het unieke recept voor witbier’. In die tijd ‘hoorde België nog tot de Nederlanden’, juicht de site verder. En ‘van de tijd dat die Nederlanden nogal veel koloniën hadden.’ Als “laat-middeleeuwse hobbykoks’ maakten de monniken witbier met koriander en de schil van curaçao die de kolonisten als ‘volleerd toeristen’ wel eens meenamen. Rond 1445, dat is een kleine halve eeuw voordat Columbus Amerika ontdekte! De Nederlanden bestonden nog niet als concept, laat staan dat ze al koloniën hadden. Kan er iemand de marketeers van ABInBev alsjeblieft een lesje geschiedenis geven? Ik kwam op de site van Hoegaarden terecht in een zoektocht hoe dat mysterieuze ingrediënt curaçaoschilin het bier uit de voormalige Luikse enclave terecht is gekomen. Want dat koriander en curaçaoschil witbier z’n zomerse dorstlessende karakter geven, dat staat als een paal boven water.

Het verhaal van die curaçao (en z’n schil) is fascinerend. De vrucht is inderdaad vernoemd naar het Caribische eiland Curaçao, dat in 1499 door de Spanjaarden als eerste Europeanen werd ontdekt. Een kleine dertig jaar later bracht Pérez Maestre zaadjes van Valenciasinaasappels mee, om in de jonge kolonie te kweken. Maar de sinaasappelbomen bleken niet bestand tegen de verzengende Caribische zon en het droge klimaat. Dat wil zeggen, ze overleefden wel, maar brachten geen zoete sinaasappels voort. Al wat de bomen droegen, waren kleine groene citrusvruchten, die zelfs de geiten van het eiland weigerden te eten. Zo bitter zijn ze. De bomen met hun bittere fruit werden vergeten. Tot op een mooie dag een Nederlandse planter ontdekt dat de schil van de vol zit met heerlijk geurende etherische oliën. Hoe en wanneer hij dit ontdekte, dat is in de loop der eeuwen verloren gegaan. Niet de vrucht bleek interessant, maar zijn schil. En het zonnige klimaat op Curaçao leent zich buitengewoon goed om die schil te drogen. De geur blijft behouden en zo is het mogelijk de geur van het eiland naar het kille Europa te vervoeren. Het lelijke eendje onder de citrusvruchten was inmiddels zo gemuteerd van zijn verre voorouders uit Valencia dat ze zelfs haar eigen botanische naam kreeg. En wat voor naam: citrus aurantium currassuviensis, de ‘gouden sinaasappel van Curaçao’. Goud, omdat de vrucht een gouden hoedje krijgt als ze rijp is. Bekend is dat Lucas Bols, een bekende likeurstoker en aandeelhouder in de VOC, graag met exotische ingrediënten experimenteerde en wellicht ook schil van de curaçao. Maar op welke manier de schil als smaakmaker in witbier opdook, en dan nog wel ver van de haven van Amsterdam, dat is in nevelen gehuld. Maar gelukkig is het gebeurd.

Wat mij nog het meest verbaast in deze tijd van craftbierrevolutie, is dat witbier nauwelijks te vinden is op het eiland, dat voor dit unieke ingrediënt zorgt. Bier wordt op Curaçao gedronken, meer dan genoeg zelfs, maar veel verder dan lichte lagers gaat de keuze niet. En dat terwijl een witbier in het tropische klimaat heerlijk zal smaken. Misschien kun je het bittere sap van de curaçao zelfs wel gebruiken om een typisch Caribische IPA te maken. Wie pakt de handschoen op?

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.