
20 feb Generatiewisseling (2)
[2021] Deel 2 van een beschrijving van de familiebrouwerijen brengt ons eerst naar Lieshout. Ook de generatiewisseling naar de zevende (!) generatie bij Swinkels Family Brewers heeft tot explosie van activiteit geleid, gebouwd op het fundament van voorgaande generaties. Het is knap om te zien hoe er in iedere generatie weer mensen komen bovendrijven met het vermogen en de wil om het familiebedrijf vooruit te helpen. Dat is niet evident. Je zou als telg uit een succesvol familiegeslacht ook op je lauweren kunnen gaan rusten. Maar niets van dat al. De pilsbrouwerij (en mouterij) Bavaria, altijd de ondeugende underdog, groeit onder de huidige generatie uit tot een serieuze onderneming met een heel breed portfolio. Op de verandering van voorkeur van de consument van pils naar andere biertypen spelen de Swinkelsen krachtig in. Naast de eerdere innige samenwerking met La Trappe komen ook De Molen, Palm, Rodenbach en groothandel Bier&cO onder de vleugels van Lieshoutse familie. Alleen met 0.0 moeten de Bavarianen een veer laten, maar daar wordt aan gewerkt.
Heineken mag ook een voorbeeld heten van een succesvol familiebedrijf, zij het op een andere schaal. Sinds het aftreden van Freddy Heineken speelt de familie een rol op de achtergrond. Maar aanwezig is ze zeker. Externe CEO’s hebben het bedrijf geen windeieren gelegd. Het is spannend hoe Dolf van den Brink het gaat doen, de CEO die afgelopen jaar is aangetreden. De jonge generatie Heineken, of eigenlijk De Carvalho, heeft inmiddels een leeftijd bereikt dat het zich met de gang van zaken in de brouwerij kan gaan bemoeien. Mooi om te zien wat er gaat gebeuren.
Aan de andere kant van het spectrum zijn ook bij de oudste craftbrouwerijen inmiddels de eerste generatiewisselingen zichtbaar. Harm Heggers draagt brouwerij De Hemel over aan zijn zoon, die een crowdfunding organiseert om de overname te kunnen betalen. En ook Maurice Diks op Texel is, bijna zo ver, getuige de naam van zijn nieuwste brouwerij: Familiebrouwerij Diks.
Toch is niet alles rozengeur en manenschijn. Bij brouwerij Lindeboom zwaait met Paul Joosten een externe directeur de scepter, nadat uit de voorgaande generatie twee broers jong overleden en een nieuwe generatie nog niet beschikbaar is om de brouwerij te leiden. Het geeft de kwetsbaarheid aan als de cyclus van een directiewissel per twintig jaar doorbroken wordt. Maar zo’n frisse blik van buiten de familie kan heel gezond zijn, toont onderzoek aan. Lindeboom bloeit en heeft een eigen koers ingeslagen, waarbij het ook als loonbrouwer ruimte biedt aan veel groeiende brouwerijen. Of er bij Budels (achter)neven en –nichten in de coulissen staan om te zijner tijd het stokje over te nemen van de huidige generatie Arts weet ik niet. Zo’n actieve familiebetrokkenheid is wel cruciaal om als familiebedrijf voort te bestaan. What’s in a name? Aan de andere kant, het einde van de familiebetrokkenheid hoeft niet het einde van de onderneming te betekenen. In tegendeel zelfs. Ook dat kan nieuwe energie brengen.
Natuurlijk is er ook een hele trits familiebedrijven die het niet gered heeft. Niet wendbaar genoeg, een zoon die zijn vader moest opvolgen, maar niet geschikt was voor het vak, ruzie tussen verschillende staken binnen de familie: hobbels zijn er genoeg. Maar als je die weet te overwinnen, dan blijkt het familiebedrijf een zegen voor werknemers, omgeving en de economie.
Dit is deel 2 van een column die eerder dit jaar verscheen bij de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.