Hopboer in Muhlviertel

Hopboer in Muhlviertel

[2012]  Niet alleen in Nederland, maar ook in andere regio’s in Europa zie je een opleving van de hopcultuur. Zo ook in het Muhlviertel, een gebiedje rond Linz in bierig Bovenoostenrijk.

In de Tweede Wereldoorlog werden op bevel van de bezetter alle hoptuinen gerooid. Er mochten zelfs geen boerenbedrijven in het Muhlviertel voorkomen, zo had de overheid besloten. Inmiddels zijn er weer veertig hopboeren actief met in totaal 120 hectare aan hopranken. Ze verbouwen vooral Hallertauer hopsoorten, want die zijn bekend in de brouwindustrie. De oude vooroorlogse rassen zijn verdwenen.

Een hopplant kan wel twintig jaar oud worden. Het eerste jaar levert hij geen enkele oogst, het tweede jaar een halve oogst en pas vanaf het derde jaar levert hop de volle opbrengst. Jonge planten moet je met de hand vrijhouden van onkruid, een zeer intensief werk.

Het Pfaffenhofergut verbouwt hop in hoogcultuur. Per hectare groeien er 4.000 planten tot zeven meter hoogte. De planten staan zo’n anderhalve meter uit elkaar. Aan het begin van het groeiseizoen worden de uitlopers twintig centimeter onder de grond afgesneden. Zo kunnen nieuwe uitlopers uitgroeien vanaf de oorspronkelijke hopstoel. Wortels van de hopplant komen tot vier meter onder de grond. Vanuit de hopstoel worden maar drie takken omhoog geleid. De andere worden weggesneden. Hop groeit wel 30 cm per dag. Dat afsnijden moet heel precies gebeuren, anders is de plant al in zichzelf gegroeid. Wegsnijden gaat dan niet meer. Hop vraagt heel veel aandacht, boer Sepp praat elke dag tegen z’n planten. Doet hij dat niet, dan gaat de groei niet goed, daarvan is hij overtuigd.

Hop kent twee periodes van groei: in de lengte en in de breedte. Als de dagen langer worden groeit de plant in de lengte. Na de midzomer gaat hij in de breedte groeien. Sepp vergelijkt dat met de ontwikkeling van de vrouw. De pluk vraagt om superbe timing. Plukken moet binnen vijf dagen na rijpheid gebeuren, anders gaat de kwaliteit achteruit. Iedere plant levert vier tot zesduizend hopbellen op. Na de oogst moeten de bellen binnen zes uur bij 60 oC gedroogd worden van 70% vocht naar 6%.

Vroeger, in de tijd dat de oogst met de hand moest gebeuren, had je voor duizend planten ongeveer dertig mensen gedurende twaalf dagen nodig.  Nu staat er op Pfaffenhofergut een enorme plukmachine. Het apparaat wordt maar twintig dagen per jaar ingezet. Die dagen draait de machine dan wel van vier uur ’s morgens tot tien uur ’s avonds. Zo’n plukmachine kost nieuw meer dan twee ton. Een hele investering voor twintig dagen per jaar.

Hopboer Sepp van het Pfaffenhofgut besluit zijn rondleiding met zijn eigen gebrouwen bier. Dat brouwen doet hij zeker niet onverdienstelijk. Hij gebruikt als hopsoort Malling, een hopsoort die alleen hier in het Muhlviertel groeit, hoewel het van oorsprong afkomstig is uit Malling in het Verenigd Koninkrijk.  Hij schept er één kilo van in iedere honderd liter bier. Dat is niet zuinig en dat proef je.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.