Italian Grape Ale

Italian Grape Ale

[2018] Een van de leukste bierstijlen van Italië wordt met een typische Italiaanse uitdrukking Italian Grape Ale genoemd, afgekort als IGA. Waarschijnlijk is die afkorting een knipoog naar IPA. Met die biersoort heeft IGA echter helemaal niets te maken. Sterker nog, in IGA wordt nauwelijks hop gebruikt. Kenmerkmerkend voor Italian Grape Ale is het gebruik van druiven. Het bier vormt daarmee een soort tussenvorm tussen wijn en bier. En als bierliefhebber uit een oud wijngeslacht, spreekt me die combinatie bijzonders aan.

De stijl is nog volop in beweging. De Birra dell’Anno competitie (het beste bier van Italië) onderscheidt dit jaar voor het eerst twee verschillende categorieën voor IGA’s: witte en rode druiven. De smaak van de druif is van groot belang voor het uiteindelijke bier. Een druif met een uitgesproken smaak heeft de voorkeur. En wie zich realiseert dat Italië de grootste wijnproducent ter wereld is, met vele tientallen verschillende druivenrassen, begrijpt dat de brouwer in deze bierstijl alleen al met de keuze voor een bepaalde druif veel kanten op kan. Maar ook voor de rest is het biertype heel breed gedefinieerd. De stijlbeschrijving noemt geen alcoholgehalte of stamwortgehalte. De kleur kan van goud tot koper (bij witte IGA) of van goud tot roodkoper (bij rode IGA) lopen. Bitterheid of kleurwaarde worden evenmin opgegeven. De kenmerken van de gebruikte druif mogen naar voren komen, zonder dat het te nadrukkelijk wordt. Het blijft wel bier natuurlijk. Ook de mout mag een rol spelen, hoewel geroosterde mout niet in de lijn der verwachtingen ligt. Hop mag maar in minimale hoeveelheden gebruikt worden. Het bier kan eventueel in hout verder rijpen om nog extra complexiteit toe te voegen.

De vorm waarop de druif in het bier verwerkt wordt kan enorm verschillen. Sommige brouwers gebruiken hele druiven, andere gebruiken druivensap. In dat geval hebben aroma’s van verse vruchten duidelijk de overhand. Met de fruitaroma’s die de gist ook kan leveren ontstaat een subtiele vruchtensalade in het glas. Sommige brouwers maken tegenwoordig gebruik van gekookte druivenmost. De druivensmaak wordt daardoor een stuk intensiever maar de aroma’s gaan in dat geval iets meer richting jam. Een echte wijn/bier hybride ontstaat wanneer de brouwer daadwerkelijk wijn toevoegt aan het bier. Dat kan zowel voor als na de gisting. In België heeft bijvoorbeeld La Chouffe met deze mengbieren ervaring opgedaan, terwijl Cantillon een geuze maakt met druif.

De leukste, maar misschien ook wel ingewikkeldste IGA’s ontstaan wanneer de brouwer de schillen en pitten die overblijven na het persen de druiven in de klaringskuip legt en er warme wort enige tijd op laat trekken. Normaal wordt die druivenpulp gebruikt om er grappa van te stoken, maar de kleur en smaakstoffen kunnen ook aan bier een mooie toets geven. Een andere reden waarom deze werkwijze me bevalt, is dat dit een typisch seizoensbier is. Sap en druiven zijn het hele jaar door wel beschikbaar, maar de druivenpulp kun je alleen maar net na de oogst gebruiken. Die beperking, die maakt het allemaal net een beetje spannender. Net als de tannine die van nature in de steeltjes en pitten zit. En zoals bier langzaam wijnland Italië verovert, zou de oprukkende wijnbouw in Nederland misschien ook wel tot DGA’s (Dutch Grape Ales) kunnen leiden.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.