Opkomst kleine brouwerijen

Opkomst kleine brouwerijen

[2013] Op het goed bezochte minisymposium aan het begin van het Bierfestival Groningen afgelopen weekend, stond de opkomst van kleine brouwerijen centraal. Bierdiva Melissa Cole gaf haar visie op de ontwikkelingen in Groot Brittannië en een keur aan Nederlandse bierbobo’s discussieerden over de situatie in Nederland.

Net als in Nederland is de biermarkt aan de overkant van de Noordzee heftig in beweging.  Er komen steeds nieuwe brouwerij en bieren bij. Per hoofd van de bevolking heeft de Brit meer keuze dan de Amerikaan, ondanks de grote aandacht die juist dit laatste land krijgt.

De meest succesvolle brouwerijen maken actief gebruik van sociale media. Het is een eenvoudige en goedkope manier om een breed publiek te bereiken. Een andere manier om aandacht te trekken zijn collaboration brews. Dat zijn, bij gebrek aan een beter woord, samenwerkingsbieren. Twee brouwers van verschillende brouwerijen maken samen één bier. Niet alleen profiteren de brouwers van dubbele publiciteits, de samenwerking leidt niet zelden tot nieuwe en verrassende bieren die de moeite van het proeven waard zijn. Bovendien zijn bierliefhebbers tuk op dit soort eenmalige brouwsels. Wat je er ook van vindt: beperkte beschikbaarheid werkt als stroop voor vliegen bij de bierelite.

Melissa adviseert om niet alleen met brouwen samenwerking te zoeken, maar ook bij belangen behartiging. Verdeeldheid tussen brouwers in Groot Brittannië heeft er onder andere toe geleid dat de overheid accijns op bier tot op absurde hoogte kon opvoeren. Pas nu de Britse bierwereld de handen ineenslaat is het mogelijk gebleken een accijnsverlaging af te dwingen.  Gelukkig is de situatie in Nederland (nog) niet zo slecht. Nederlandse Brouwers en het Klein Brouwerij Collectief hebben goede onderlinge contacten, zoals ook in de samenwerking voor de Week van het Nederlandse Bier blijkt.

De trend voor de toekomst zijn bieren met een laag alcoholgehalte, maar vol met smaak. “Sessionability” zoals Melissa dat noemt. In Nederland is eenzelfde trend zichtbaar. Hans Glandorf merkt dat het bier van de maand van de Alliantie van Biertapperijen de laatste jaren wat lager in alcohol is. Daarbij is ook duidelijk een seizoensinvloed herkenbaar: licht in de zomer en wat zwaarder in de winter. Ook Rick Kempen van Bier&Co en Marco Philipsen van MITRA zien deze ontwikkeling zich in de komende jaren nog voortzetten. Jaap Lindeman van brouwerij Kromme Jat herkent die trend nog niet. Volgens hem blijven consumenten zwaardere bieren zoals een tripel van microbrouwerijen verwachten.

Melissa Cole stelt dat het brouwen van goed, smaakvol bier met minder alcohol het vakmanschap van de brouwer toont. Niet iedere Britse brouwer lijkt dat in de vingers te hebben. Ook in Nederland is kwaliteit een aandachtspunt,, hoewel de situatie wel steeds verder verbetert. Maar een slecht bier dat toch op de markt wordt gezet, kan de beeldvorming voor de consument behoorlijk vertroebelen, stelt Jos Walstra van bierconsumentenverening PINT. Dat roept de vraag op of een brouwerij zelf moet brouwen, of dat je dit ook aan andere kan overlaten als die beter geschikt is. Jaap van der Weide van de Groningse stadsbrouwerij is een groot voorstander van dat laatste.  Ook de overige aanwezigen zijn geen tegenstander van firma’s die hun bier elders laten brouwen. Maar zet wel de herkomst van het bier op het etiket, is de algemene mening. En noem zo’n brouwfirma dan geen brouwerij.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.