Oudaen

Oudaen

[2019] In het geweld van alle nieuwe bieren vergeet je wel eens stil te staan bij de pioniers, de vroege brouwerijen van de bierrevolutie. Dat is helemaal het geval als de bieren van die brouwerij ook nog eens nauwelijks buiten de muren van het eigen bedrijf geschonken worden. Oudaen is zo’n pionierende brouwerij, waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1990. Dat is in een tijd dat je aan de vingers en tenen van één mens genoeg hebt om alle actieve brouwerijen te tellen. Een tijd waarin de bierkeuze nog hoofdzakelijk bestaat uit pils, en bokbier in het seizoen. Witbier wordt pas net ontdekt.

Oudaen is het biermerk van het gelijknamige stadskasteel in Utrecht, dat er al sinds de Middeleeuwen staat. In 1990 besluiten de uitbaters een huisbrouwerij te starten: een heuse brewpub voordat die term überhaupt uitgevonden is. Het bier wordt uitsluitend ter plekke verkocht. Lekker vers. Voor het eerst in lange tijd kent Utrecht weer een actieve brouwerij, en nog wel aan de Oude Gracht, die vroeger bekend stond om z’n vele brouwerijen. Oudaen maakt een gedurfde keuze. Ze brouwen geen pils of bockbier om bierleverancier en investeerder Heineken niet voor de voeten te lopen. Oudaen kiest voor een troebel witbier. Een moedig besluit. In die tijd wordt bier nog geacht ‘heerlijk en helder’ te zijn. Heineken zelf heeft zijn Wieckse Witte nog niet gelanceerd. De troebele Ouwe Daen blijkt goed en mateloos populair onder de gasten van het Stadskasteel. Een schot in de roos.

Alleen de Voedsel- en Warenautoriteit is nog niet op de hoogte van de nieuwste bierontwikkelingen. Ze nemen een monster van de Ouwe Daen uit de tap en constateren dat het bomvol gistcellen zit. Levende organismen! Dat past niet in de wereld van heerlijk helder doodgefilterd bier. De controleambtenaren besluiten de ketels te verzegelen voor nader onderzoek, hoe zeer de brouwer ook bezweert dat levende gistcellen een natuurlijk kenmerk van zijn bier zijn. Sterker nog, ze zijn gezond en zitten barstensvol vitamine B. De autoriteit is onverbiddelijk: een bier behoort geen levende cellen te bevatten. De brouwerij raakt in één klap z’n omzet kwijt en ook het café mist belangrijke inkomsten. Net voordat een faillissement dreigt, komt de autoriteit bij zinnen. In België en Duitsland is het inderdaad volstrekt normaal om bier met levende gist te schenken. Het bier wordt vrijgegeven en Oudaen pakt de draad weer op. Het zijn niet de minsten die in Oudaen de roerstok hanteren. De eerste brouwer is Lodewijk Swinkels, die later furore maakt bij La Trappe. Ook Nico Derks (later Texels), Constant Keinemans (Brouwtechniek) en Joppe de Bres (later Beyerd, Breda) hebben veel voetstappen liggen in de werfkelders aan de Oude Gracht.

In 2017 is het Stadskasteel helemaal gerenoveerd en in een nieuw eigentijds jasje gestoken. Het mocht ook wel, het begon allemaal wat sleets te worden. Ook de brouwerij werd grondig aangepakt. Het werd lichter, frisser, en je kunt nu ook bij de brouwerij eten, of de hele ruimte afhuren voor een eigen bijeenkomst. Er zijn grote plannen voor de toekomst. Eén detail is gelukkig gebleven. De kop van de Nilfisk stofzuiger, waarmee de mout in de beslagketel gezogen wordt. Het ziet er koddig uit, zo’n stofzuiger in de moutleiding, maar het werkt uitstekend. En ik ben ervan overtuigd dat dankzij Nilfisk het bier zo heerlijk smaakt.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.