Thir(s)ty years

Thir(s)ty years

[2019] Precies dertig jaar geleden vertrok ik voor een bijzondere reis naar de Verenigde Staten: in zes weken per trein het land rond. De reis brengt me van New York naar Chicago en bijna langs de hele westkust, van Seattle tot aan Los Angeles en terug via New Orleans. Het is 1989 en ik ben een milde bierliefhebber. In de tijd voor internet en mobiele telefoon heb ik uit de bibliotheek zowat het enige boek over bier geleend dat ik kan vinden: de Spectrum Bieratlas van Michael Jackson, twaalf jaar eerder gepubliceerd.

De reis begint en eindigt in New York, waar ik onder de indruk raak van de marketingkracht van Budweiser op Times Square. Weet ik veel dat ik de Brooklyn Bridge over moet steken omdat Steve Hindy in Williamsburg twee jaar eerder de Brooklyn Brewery heeft opgericht? Wie moet me dat vertellen? De brouwerij is klein, Garrett Oliver zal pas vijf jaar later in dienst treden. Jackson spreekt nog over het verdriet van New York. De laatste brouwerij, Rheingold, had in 1975 de deuren gesloten – hoewel het bier in 1977 nog wel te krijgen was. In 1989 niet meer, voor zover ik me herinner. In Boston bezoek ik de ‘Bull and Finch’ bar, de locatie waar de televisieserie Cheers is opgenomen. “Where everybody is your friend”, zingt de begintune. Gezellig is het er zeker – maar de bierkeuze is er beperkt. Dat er ook zoiets als Sam Adams lager van de Boston Brewery bestaat, valt me niet op.

Helemaal biergek ben ik niet. Anders was ik in plaats van naar Chicago wel tachtig mijl doorgereisd naar Milwaukee. Dat is volgens Jackson de bierhoofdstad van Amerika. Biergiganten als Pabst, Miller en Stroh hebben er hun brouwerij en hoofdkantoor staan. Alle drie in een klein stadje in het middenwesten. Bier in overvloed! Tegenwoordig is er bijna niets van terug te vinden. De brouwerijen zijn gesloopt.

Seattle in het uiterste noordwesten van het land bevalt me. Ik zie er wat anders dan de bekende grote merken Miller en Budweiser. Er is Coors te krijgen, maar ook Rainer en Olympia. Twee lokale biermerken, nog steeds pils. Dat hier en in Californië de bierrevolutie op doorbreken staat ontgaat me volledig. Redhook kom ik niet tegen. In Portland stap ik alleen even uit de trein om de rozen voor het station te fotograferen. Het is nog niet de bierhoofdstad waartoe het later zal uitgroeien. Wat ik helemaal jammer vind, is dat ik Chico doorgedenderd ben, zelfs zonder het te merken. Hier is Sierra Nevada een paar jaar eerder begonnen als één van de echte pioniers. Maar hoe had ik dat kunnen weten? De craftbierrevolutie is net zo afhankelijk van smaak, als later van de opkomst van internet.

Terugkijkend is er één ding dat ik echt niet begrijp. In mijn reisgids heb ik Anchor Brewery aangestreept als een plek om te bezoeken. Ik heb er zelfs een uitroepteken bij gezet. Toch doe ik het niet. Waarom, Joost mag het weten. In plaats daarvan bezoek ik later de Buckhorn Hall of Fame van de Lone Star brewery in San Antonio. Ook geestig, maar qua biercultuur van een totaal andere orde. Anchor bier drink ik wel, het wordt me zelfs als het meest lokale bier in Falstaff aangeboden. Maar die brouwerij … daar kom ik pas vijfentwintig jaar later.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.