
25 jun Tynt Meadow
[2019] Vandaag is het een jaar geleden dat Tynt Meadow, de Engelse Trappist, het levenslicht zag. Daarmee groeide het aantal trappistenbrouwerijen tot twaalf. Een mooi aantal, want er zijn twaalf apostelen, het jaar telt twaalf maanden, de klok kent twaalf uur en een krat bier bevat gewoonlijk twee keer twaalf flessen. Niets meer aan doen dus, tenzij er een andere trappistenbrouwerij mee zou stoppen.
Mount Saint Bernard Abbey Brewery is de jongste van alle trappistenbrouwerijen, in een klooster waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1835. In de abdij werd vroeger al gebrouwen, hoewel alle recepten in de loop van de tijd verloren zijn gegaan. Er zijn alleen zijdelingse verwijzingen. Zo staat er in een boek over Britse schoorsteenvegers een verhaal uit 1843 over een zekere ‘George’ die de vele schoorstenen van de abdij moet vegen. Gelukkig krijgen hij en zijn collega’s een rijkelijke voorraad kloosterbier te drinken om de dorst te lessen. Onder het zingen van ‘The monks are jolly good fellows’ keerden ze tegen de schemering terug naar huis. Een bier waarvan je vrolijk gaat zingen, dat biedt onvoldoende handvaten om een nieuw bier op te baseren.
Kortom, het twaalfde trappistenbier moest van de grond af opgebouwd worden. Dat was nog best spannend, want een Engels trappistenbier staat wijdbeens in twee verschillende biertradities. Trappistenbieren zijn bekend geworden door de Belgische trappistenkloosters. Die Belgische biertraditie begon ongeveer een eeuw geleden een voorkeur te ontwikkelen voor bieren met een duidelijk gistkarakter en een relatief hoog alcoholgehalte. Aan de andere staat de Britse biertraditie, waar een moordende accijnswetgeving het alcoholgehalte altijd laag heeft gehouden. Bovendien hebben de Britten een voorkeur voor mouten, hoppen en gisten die van het eigen eiland komen. De broeders van Mount Saint Bernard besloten een bier te ontwikkelen, dat aansluit bij de Belgische dubbels (bruin en ongeveer 7% alcohol), maar dan wel op en top Engels: Engelse mout, Engelse hop en Engelse gist. De Britse bierpers is laaiend enthousiast. Onbedoeld hebben de broeders een Britse bierstijl nieuw leven ingeblazen, die zo goed als verloren was gegaan: double brown ale. Een dubbel, maar dan anders.
Ook in de naamgeving kiezen de Engelse monniken voor een bekende trappistentraditie. De naam van het bier verwijst naar de plaats waar het bier vandaan komt. ‘Bernard’ was helaas niet mogelijk. De verwarring met het St Bernardusbier uit Watou zou te groot zijn. Vervolgens blijkt een oude beslissing van de vroegere broeders slecht uit te pakken. Ooit mocht het klooster kiezen of ze tot de gemeente Whitwick of tot de gemeente Coalville wilde behoren. Ze kozen voor het laatste. Maar Coalville bekt niet zo lekker voor een bier, tenzij je een stout wilt brouwen.
Zo krijgt het bier de naam Tynt Meadow. Dat is de naam van het weiland dat de monniken in 1835 cadeau krijgen om hun eerste abdij te bouwen. Een weiland met een lange geschiedenis, want het wordt al genoemd in het Domesday Book uit 1086. Deze lange geschiedenis is de inspiratie tot een etiket met een verhaal. Het is stilistisch heel eenvoudig, met de naam van het bier geschreven in een stijl van Cisterciënzer handschriften uit de Middeleeuwen. De onderkant van het etiket is niet recht, maar laat landschap zien, met Tynt Meadow en de kerk van de abdij. Simpel en effectief. De ontwerpers winnen er zelfs een Packaging Award mee.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.