
21 jun Volvo Ocean Race
[2015] Dit weekend was de Volvo Ocean Race in Den Haag voor een korte pitstop onderweg naar de finishplaats Gothenburg. Op het feestterrein had ik, misschien tegen beter weten in, een bier met een maritieme knipoog verwacht. Maar Russian Imperial Stout of India Pale Ale kwam ik er niet tegen. Zelfs geen scheepsbier of provisiebier. Het was Heineken, Affligem en Desperado wat de klok sloeg. Toch bleek er een onverwachte bierige connectie met het hele zeilfeest.
De Volvo Ocean Race stond vroeger bekend als de Whitbread race around the World, in de jaren zeventig zelfs twee keer gewonnen door de Nederlandse schipper Conny Rietschoten. Whitbread was destijds één van de bekendste Britse brouwerijen. Van dat roemruchte brouwersverleden is niets meer over. Whitbread is een gigantische speler in de gastvrijheidsindustrie geworden, eigenaar van verschillende ketens van restaurants en koffiehuizen. Met bier heeft het bedrijf niets meer te maken.
De geschiedenis van de brouwerij gaat terug tot 1734 toen een weduwe uit Bedford haar achtste van in totaal negen kinderen naar Londen stuurde om brouwer te worden. Samuel Whitbread vestigt zich daar als zelfstandig brouwer in 1742, hij is dan pas 22 jaar oud. Het gaat de jonge brouwer voor de wind, en niet alleen zakelijk. In 1768 treedt hij toe tot het Britse parlement. Tot 1910 zullen verschillende nazaten, hem in die rol van parlementariër volgen. De schoonzoon van Samuel Whitbread II schopt het zelfs tot Speaker of the House. Decennia lang wordt de koets van de Speaker bij officiële gelegenheden door paarden uit de stal van de Whitbread brouwerij getrokken.
In 1968 gaat het bedrijf een verbond aan met Heineken. Het mag een eigen versie van Neerlands trots onder licentie brouwen en verkopen. Het is een verwaterde versie van het pils zoals wij dat kennen, met een lager alcoholpercentage – speciaal voor de Britse markt. Het verkoopt wel, maar doet het imago van het merk geen goed. In de loop van de jaren koopt Whitbread vele kleinere Britse brouwerijen op, waaronder Mackeson en Boddingtons, totdat de brouwerijdivisie zelf in 2001 aan Interbrew verkocht wordt. In hetzelfde jaar 2001 verkoopt het bedrijf al zijn pubs en bars voor 1,63 miljard pond en slaat een totaal nieuwe koers in, weg van het bier. Als laatste herinnering aan het brouwerijverleden verkoopt het bedrijf in 2005 de gebouwen van de oude Chiswell Street Brewery in Londen. Het bedrijf is nu bekend van onder andere Premier Inn, Beefeaters Grill en Costa Coffee.
Nadat Interbrew Whitbread koopt, ontfermt het bedrijf zich enkele weken later ook over de Engelse concurrent Bass. Het Belgisch – Canadese Interbrew, dat inmiddels als AB-InBev het grootste brouwersconcern ter wereld is, heeft daarmee een derde van de Engelse biermarkt in handen. Dat gaat de Britse mededingingsauthoriteit te ver en Interbrew moet een belangrijk deel, waaronder het merk Carling, weer verkopen. De eigenaar daarvan wordt Coors uit de VS. Heineken ziet kans het licentiecontract met Whitbread te verbreken en vervangt de verwaterde Britse Heinken kloon eindelijk door het echte bier. ABInBev heeft weinig liefde voor zijn Britse merken, Becks en Stella Artois krijgt voorrang. Merken die AB-InBev nu nog in de UK voert zijn Bass en Boddingtons. En ook die bieren stonden in Scheveningen niet op de tap.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.