Wintergerst

Wintergerst

[2012] Eigenlijk is het vreemd dat we niet vaak stil staan bij een van de belangrijkste grondstoffen voor bier: brouwgerst. Je hoort er eigenlijk alleen over als de oogst tegen dreigt te vallen en de prijzen stijgen. Toch blijkt er achter de teelt van gerst een hele wereld schuil te gaan. Vrijwel alle gerst die brouwers in Nederland gebruiken is zogenaamde tweerijige zomergerst. Het is gerst die de boer in maart zaait en die eind juli goudgeel van het land komt. Alleen de beste gerst is geschikt om bier mee te brouwen. De gerst moet droog zijn, mag niet teveel eiwit bevatten en moet mooie volle korrels hebben. Anders kan de brouwer er weinig mee. Een akkerbouwer moet dus Champions League spelen om de brouwer tevreden te stellen.

Deze week organiseerde NIBEM, het Nederlands instituut voor brouwgerst, mout en bier, in Gulpen een excursie rond een ander type gerst, dat wintergerst wordt genoemd. De naam wintergerst verwijst naar het overwinteren van het zaad. Het zaaitijdstip van het graan ligt in het najaar om pas in het voorjaar te ontkiemen. Daardoor is wintergerst enkele weken eerder rijp dan zomergerst. Traditioneel zijn brouwers erg huiverig om wintergerst te gebruiken, omdat de kwaliteit van het graan onvoldoende is. Akkerbouwers zijn huiverig om wintergerst aan te planten, omdat de opbrengst aan graan lager is dan bij wintertarwe. Die angsten blijkt inmiddels achterhaald. Onderzoek in de laatste twee jaar heeft aangetoond dat wintergerst net zo geschikt is om bier mee te brouwen als zomergerst. In de smaak maakt het niet uit. Voor brouwkwaliteit wintergerst is de brouwer bereid een premie te betalen. Daardoor kan de marge op wintergerst voor de boer beter zijn dan op wintertarwe.

Bovendien heeft wintergerst een paar voordelen. De eerste, niet onbelangrijk in deze barre tijden: wintergerst is goedkoper dan zomergerst. Daarnaast kan de akkerbouwer zijn risico’s beter spreiden. Wintergerst is beter bestand tegen de droge lentes die het gevolg zijn van de klimatologische veranderingen. Arjan van der Eijk, een akkerbouwer uit Flevoland vertelde dat hij de teelt van graszaad heeft ingeruild voor die van wintergerst. De bedrijfszekerheid is groter. Een andere akkerbouwer vertelde dat hij door het vroegere tijdstip van oogsten aansluitend nog boontjes kan planten. Zo maakt hij optimaal gebruik van zijn grond. Maar zelfs als je geen boontjes plant, blijkt wintergerst voordelen te hebben. Door de vroege oogst is het mogelijk om nog een groenbemester te planten. Hiermee wordt de bodem voorzien van extra voedingsstoffen en loogt ze minder snel uit. Het past daarmee uitstekend in het streven naar een meer duurzaam gebruik van onze wereld.

Zijn er dan helemaal geen nadelen? Natuurlijk wel. De brouwers blijven veeleisend, en accepteren alleen de hoogste kwaliteit. Als de boer die niet bereikt, rest hem niets anders dan de gerst als veevoer te verkopen. Dat brengt aanzienlijk minder op.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.