Bier van het decennium

Bier van het decennium

[2009]  De week tussen Kerst en oud en nieuw. Typisch zo’n week voor terugkijken. Met een schok realiseerde ik me, toen ik de dubbeldikke kerstnummers van kranten en bladen bekeek, dat we niet alleen aan het eind van een jaar staan, maar aan het eind van het decennium. En hoewel ik liever vooruit dan achteruit kijk, werd mijn fantasie wel geprikkeld. Wat is op biergebied kenmerkend voor dit decennium, wat steekt er in vijfduizend jaar biergeschiedenis voor de eerste tien jaar van dit millennium bovenuit?

Ik moest even nadenken, maar ’s ochtends onder de douche wist ik het. De thuistap. Misschien had dat moment van helderheid iets te maken met die idiote Andrelonreclame waarbij een vrouw de haren wast met bier en daarvoor een thuistap in de douchecabine heeft opgehangen.

De thuistap staat voor mij voor een boel in de afgelopen jaren. Bijvoorbeeld de individualisering. Mensen trekken zich steeds meer terug op zichzelf. Het café als huiskamer van de samenleving loopt langzaam leeg. Het gaat om thuis, waar we onze vrienden ontvangen. Natuurlijk met een getapt glas pils, want dat smaakt nog altijd het lekkerste. De thuistaprage is ook een antwoord op de woede die de horeca over zich heen kreeg na de invoering van de euro in 2002. Die zou schaamteloos zijn gebruikt om de prijzen te verhogen. Een collectieve kopersstaking viel de horeca ten deel, een kopersstaking waar ze nog steeds van moeten bijkomen.

Aan de andere kant is de thuistap ook een toonbeeld van de ‘het kan niet op’-mentaliteit, zoals die heerste tot de crisis van de afgelopen twee jaar. Want wat voegt een thuistap eigenlijk toe? Het is een groot en luidruchtig apparaat. En de prijs van het bier is twee keer zo hoog wanneer het door de thuistap loopt, dan wanneer het uit een pijpje komt.

Misschien is het ook nog wel een teken van emancipatie. De man claimt de keuken en wil om die reden graag ook een eigen machine op het aanrecht. In veel keukens heeft de thuistap dat niet lang volgehouden, daarvoor nam hij toch iets te veel ruimte in.

De enige stroming waar ik de thuistap niet mee kan rijmen is een toegenomen zorg voor het klimaat. De machine is qua stroomgebruik een stuk minder efficiënt dan het kratje bier in de ijskast.

In 2004 kwam de thuistap met veel bombarie op de markt. In navolging van de succesvolle fabrikantensamenwerking tussen Philips en Douwe Egberts met de Senseo, brachten Krups en Heineken de machine op de markt. Het was direct een hit. Al snel kwam concurrent InBev samen met Philips met de Perfectdraft als tegenzet. Philips en Heineken hadden in het begin van het ontwikkelingstraject veel met Heineken samengewerkt, dus deze nieuwe concurrent gaf veel stof voor juridisch geharrewar. Er volgden nog allerlei andere thuistapconcepten.

Even deed de thuistap het goed. Er kwamen steeds meer bieren beschikbaar. Maar nu, aan het eind van dit decennium lijkt de rol van deze innovatie alweer uitgespeeld. De tap verstoft op zolder, en alleen de bekendste pilseners zijn nog op vat te krijgen.

Wie thuis van een goed glas bier wil genieten grijpt weer naar fles of blik.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.