Braucommune Freistadt

Braucommune Freistadt

[2022] Wanneer een brouwerij zich een Braucommune noemt, dan weet je dat er iets bijzonders aan de hand is. Het woord doet mij denken aan iets uit de communistische tijd in Oost-Europa uit het midden van de vorige eeuw. Maar de Braucommune in Freistadt in het noordwesten van Oostenrijk is veel ouder dan dat. Ze werd opgericht in 1777. De burgers van de stad hadden al in 1363 het brouwrecht gekregen. De hoeveelheid die ieder mocht brouwen hing af van de geschatte waarde van het huis. Hoe duurder het huis, hoe meer je mocht brouwen. In de loop der tijd lieten de bewoners het brouwen over aan enkele professionele brouwers, maar ze behielden wel het brouwrecht. Vanwege de slechte kwaliteit van het bier besloten ze net buiten de stadspoorten een nieuwe brouwerij te bouwen. Wat dat betreft lijkt de geschiedenis wel wat op die van Pilsner Urquell, dat in 1842 door de burgers van de stad Plzen gesticht werd omdat het bier van de oude brouwerijen te slecht was. In de loop van de tijd verwisselde de brouwerij meerdere keren van eigenaar. Inmiddels behoort Pilsner Urquell, net als Grolsch, tot het Japanse Asahi.

In tegenstelling tot Pilsen bleven de 149 huizenbezitters in Freistadt wel eigenaar van de brouwerij. Ze vormen een zogenaamde Braucommune. Afhankelijk van de grootte van het huis werd een aantal ‘emmers’, van 56 liter (!), toegewezen. Het minimum is 4 emmers, het maximum 140 emmers. Een oeroude vorm van crowdfunding eigenlijk. In totaal werden 6.390 emmers ingebracht (een dikke 3.500 hectoliter). Inmiddels is de brouwerij gegroeid tot een capaciteit van meer dan 120.000 hl per jaar. Maar het eigendom van de brouwerij is nog steeds verbonden aan de huizen van de stad. Met de aankoop van een huis, verwerf je automatisch een aandeel in de brouwerij. “Alleen het stadhuis, (voormalige) scholen en het gerechtsgebouw hebben geen aandeel. En de paar huizen die sinds de stichting van de brouwerij nog in de binnenstad zijn gebouwd”, vertelt de uitbater van café Hubertus, die overigens heerlijke pralines met Freistädter bier maakt. De situatie lijkt wel wat op die van de Zoigl-haüser in de Beierse Oberpfalz. Ook daar is er een gemeenschappelijk brouwhuis en is het brouwrecht verbonden met een bepaald huis. Maar in de Oberpfalz heeft lang niet ieder huis brouwrecht en brouwt ieder volgens eigen recept en laat het gisten in de eigen kelder. Om de beurt mag ieder huis haar bier tappen. Om aan te geven waar de tap open is, hangt de brouwersster (zoigl) buiten. Zo ver gaat het in Freistad niet. De burgers hebben niet alleen het brouwen, maar ook de vergisting en de verkoop overgelaten aan de Braucommune, die wat dat betreft niet heel anders is dan een ‘gewone’ brouwerij.

Maar dan wel een brouwerij die buitengewoon open is. Zo is de receptie (en de winkel) gewoon gevestigd in de brouwzaal.Maar ook de gistkelder en de afvuller zijn via grote ramen vanuit de openbare weg te aanschouwen. Voor de klaringskuip is zelfs een nieuwe serre gebouwd. Want een brouwerij die van iedereen is, hoeft niets te verbergen.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.