Augustiner Klosterbier

25 sep Augustiner Klosterbier

[2024] Afgelopen week organiseerde StiBON, in samenwerking met DOEMENS, voorlopig voor de laatste keer een biersommelieropleiding in Obertrum. Eén van de hoogtepunten van de opleiding is een bezoek aan de Bierstube en -keller van het Augustiner klooster Mülln in Salzburg.  De meeste bierliefhebbers zijn bekend met Augustiner uit München. Minder bekend is dat ook Salzburg zijn eigen Augustiner brouwerij heeft. Er bestaat geen relatie tussen de twee brouwerijen, anders dan dat in de 17^e eeuw de monniken uit München brouwadvies hebben gegeven aan hun broeders in Salzburg. In tegenstelling tot de brouwerij in München, dat inmiddels in private handen is, zwaaien in Salzburg nog steeds monniken de scepter, hoewel er in het klooster zelf geen broeders meer wonen.

Verbazend genoeg behoren die monniken niet tot de Augustijner orde, zoals je zou verwachten. Sinds 1835 is de kloosterbrouwerij eigendom van de Benedictijnen uit Michaelsbeuern. De Nazi’s verplichtten de broeders tijdens de Tweede Wereldoorlog hun bezit over te dragen aan vertegenwoordigers van brouwerij Forst uit Merano en het eveneens Salzburger Stiegl. Na de oorlog werd besloten dat de Benedictijnen vijftig procent van de aandelen terug zouden krijgen. Ook leveren zijn de voorzitter van het bestuur. De rest van de aandelen wordt eerlijk gedeeld tussen de families achter Forst en Stiegl.

Verreweg het grootste deel van het bier dat de kloosterbrouwerij brouwt, verlaat het complex niet. In ieder geval niet in de vorm van bier. Augustiner heeft maar liefst vier enorme bierhallen, en nog een paar kleintjes, waar bierdrinkers van hun Märzen kunnen genieten. In de zomer gebeurt dat op de keller onder de reusachtige kastanjebomen. Aan lange tafels schuiven de talloze drinkers aan. Om aan een pul bier te komen ga je eerst naar een van de twee kassières. Je hebt de keuze tussen een halve liter of een hele liter. Meer keuze is er niet. Vervolgens pak je de desbetreffende pul uit een wandkast vol met grijze bierpullen. In een groot fontein kun je de pul met koud water nog even uitspoelen. Daarna geef je je kassabon aan de tapper die de pul uit een gigantisch houten vat vol bier laat lopen. Het bier heeft geen extra koolzuurdruk, anders dan uit het vat. Regelmatig wordt er een nieuw vat binnen gerold waar de tapper met een houten hamer zijn messing tapkraan in slaat. Bierdrinkers kunnen hun pul ook opwarmen in een wasbak met warm water, als ze het bier te koud vinden. Het hele systeem is even simpel als doeltreffend.

De mooiste manier om de Augustiner Bierstube binnen te komen is via een onooglijke deur aan Augustinergasse. Die deur bereid je in niets voor op de drukke, feestelijke wereld waar je binnentreedt. Je komt in een tamelijk kale kloostergang met een paar heiligenbeelden. In de verte klinkt geroezemoes. Een lange granieten trap leidt naar beneden, naar een groot houten beeld van de heilige Augustinus. Maar als je dan een haakse bocht naar links neemt, sta je ineens in de Schmankerlgang. Links en rechts winkeltjes met hartige kost, die goed past bij een stevige bierconsumptie. Daarachter de drinkzalen. De tappers vind je aan het eind van de gang. Bij mooi weer vind je de kassières en het tappunt onder de trap naar de keller. Dat is dichter bij de drinkers op het terras.