
11 apr Halve eeuw
[2025] Ik weet dat bier goed kan verouderen, afhankelijk van het type, maar een bier van een halve eeuw oud, dat had ik nog niet eerder geproefd. Had, want tijdens de bottlekill ‘Ouwe Shit’ van Rick Kempen (waar ik al eerder over schreef) kwam er een prachtige serie Chimay Blauw op tafel. De oudste komt uit 1974, een halve eeuw oud.
Het is een tijd dat er bieren van slechts vier ‘echte’ trappistenbrouwerijen op de markt zijn. Ze zijn allemaal gebrouwen in België: Rochefort, Westmalle, Orval en Chimay. De broeders in Westvleteren brouwen wat voor zichzelf, maar alle commerciële brouwsels komen uit de ketels van brouwerij Sint Bernardus, waaraan de abdij de merkrechten hebben uitbesteed. De monniken van Koningshoeven hebben hun brouwerij zelfs verkocht. Het Belgische Artois brouwt er voornamelijk supermarktpils en een minimale hoeveelheid La Trappe. De brouwerij van Achel moet nog hersticht worden. Dat gebeurt pas in 1992. Alle andere trappistenbieren zoals Zundert, Tynt Meadow of Tre Fontane zijn nog niet eens in het stadium van een verre toekomstdroom.
Ook het flesje zelf stamt uit vervlogen tijden. Er is een groot rood etiket op geprint waar in een zwarte band ‘pères trappistes’ staat geprint. Het mooi gestileerde logo van A.D.S Chimay valt er bijna bij weg. Verder geeft het flesje geen enkele informatie, behalve dan dat op de achterkant – bijna verloren – in het wit ‘31 cl’ is geprint. Dat dit bier geen Chimay Rouge is, maar Bleu, wordt alleen verklapt door de blauwe dop. Alle bieren van Chimay hebben in 1974 hetzelfde rode label. Alleen op de dop staat relevante informatie zoals het alcoholpercentage en de houdbaarheidsdatum. Het is niet heel anders dan dat wat bij Westvleteren tot voor kort gebruikelijk was. De broeders van Abbaye de Scourmont uit Chimay gebruiken wel al een eigen retourfles, waarop een embossing met het logo van de brouwerij.
Tot mijn grote vreugde heeft de fles die tijdens de proeverij op tafel komt een bijzondere eigenschap: ze zit nog vol en is afgesloten. Die vreugde wordt nog groter als we het bier proeven. Het bier heeft de tand des tijds wonderbaarlijk goed doorstaan. Natuurlijk is het koolzuur verdwenen, maar het bier toont een voortreffelijk palet van krenten, stroop, PX-sherry en tawny port. Een feest om van te nippen.
Bij het proeven van de verdere jaargangen is niet echt een lijn in ontwikkeling te ontdekken. Dat is jammer. Blijkbaar zijn de bieren per jaar heel onderscheidend, of moet je gewoon geluk hebben dat er geen zuurstof in de fles is binnengedrongen. Het bier uit 1975 is duidelijk verouderd, dat uit 1983 is dan weer stukken beter, met zelfs wat pareling. Het heeft ook blauwe flappen aan het papieren etiket. Het bier uit 1992 (nu met blauw etiket) komt me wat waterig over, 1994 heeft duidelijk koolzuur, maar is wel verouderd. Het bier uit 2003 kan me niet bekoren. Het eigentijdse bier uit 2024 smaakt totaal anders dan de oudjes. Hier geen port of rozijntjes, maar eerder een gevaarlijk goed doordrinkbaar bier met tonen van marsepein en zuidvruchten. Hoe zou dit bier over vijftig jaar smaken? Ik vrees dat ik het zelf niet meer mee kan maken.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.