
26 aug Duits blond
[2022] Een uitnodiging om te jureren voor de European Beer Star bood mij een mooie gelegenheid me wat verder te verdiepen in de blonde Duitse biertypen. In mijn beleving liggen sommige daarvan nogal dicht tegen elkaar aan, om niet te zeggen, het is soms millimeterwerk. Het Reinheitsgebot laat minder ruimte voor experimenten, dat zal er deels mee te maken hebben. Voor mijn podcast Biertypisch Henri op Bierradio maakte ik er twee afleveringen over. met kenners van het Duitse bier.
Tijdens de European Beer Star viel me op, hoeveel nadruk men legt op de helderheid van het bier. Een Duits blond bier moet kraakhelder zijn. Tenzij het een Kellerbier/Zwickl is. Daar is een lichte troebeling toegestaan, sterker nog, een voorwaarde. Maar alle andere bieren, van pils tot märzen en van helles tot export en heller bock moeten helder zijn. Natuurlijk zijn al deze bieren ondergistend. Diacetyl wordt niet gewaardeerd.
Helles en pils zijn het lichtst geel van kleur. Export mag iets donkerder zijn en märzen en bock mogen zelfs wat amberkleurige tonen hebben. Maar er kunnen overlappingen zijn. Die laatste twee mogen ook een spoortje van karamel in de smaak hebben, wat bij de andere biertypen niet is toegestaan. Bij helles, export, märzen en bock is het moutkarakter duidelijk te herkennen. Hoe zwaarder het bier, hoe herkenbaarder de mout. Als je naar het alcoholgehalte kijkt, zijn helles en pils ook het minst zwaar (ongeveer 4,5 – 5,5%), gevolgd door export en märzen (ongeveer 5 – 6,7%) en tenslotte de bock (6,5 – 8%). Ook hier raken de uitersten elkaar weer. Pils is verreweg het meest bitter en heeft een duidelijk herkenbaar hoparoma. Ook in export, bock en märzen mag de hop herkenbaar zijn, terwijl de helles op dit gebied het meest ingetogen is. Natuurlijk is de hop Europees van oorsprong en zijn frivoliteiten als dry hopping niet toegestaan. Het moet süffig blijven. Dat heerlijk onvertaalbare woord dat erop duidt dat je altijd meer drinkt dan je eerst van plan was.
Van alle biertypen bestaan regionale verschillen. Pils is in het noorden van Duitsland bitterder en droger dan in het zuiden. In buurland Tsjechië wordt een beetje diacetyl in een pils juist gewaardeerd. In Nederland en België is het hopkarakter van pils een stuk minder dominant. En sommige pilseners worden in de lage landen gemaakt met een deel ongemout, wat de doordrinkbaarheid kan versterken. Helles is echt een Beierse specialiteit, waarbij het bier in het noorden, Frankenland, een iets zoeter is dan rond München in het zuiden. Uit märzen is het festbier ontstaan. In tegenstelling tot märzen mag dat niet te donker zijn, waardoor het wel heel veel weg kan hebben van export. Dat biertype vindt z’n oorsprong in Dortmund, hoewel ook Beieren een exportcultuur kent. In buurland Oostenrijk is een märzen minder moutig en lichter van kleur dan het bier uit Beieren. Het heeft meer weg van een helles, maar dan met een tikkeltje meer hop. Het kan ook iets lichter van body zijn, omdat in Oostenrijk het gebruik van ongemout is toegestaan. En een helles mag een tikkeltje zwavel hebben, wat in Oostenrijk juist weer helemaal niet in de smaak valt. Het komt neer op een fascinerende veelzijdigheid, met het risico op haarkloverij.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.