Maximus

Maximus

[2019] Eén van de brouwerijen die een vaste waarde is geworden in het Nederlandse bierlandschap, is brouwerij Maximus. Dat hebben ze niet bereikt door een boel lawaai te maken, integendeel. Maximus is eerder een bescheiden brouwerij. In dat opzicht weerspiegelt zich het karakter van de drie oprichters, Ewald Visser, Arend Jan van Dieën en Marcel Snater. De bieren kenmerken zich door toegankelijkheid en constante hoge kwaliteit. Die aandacht voor kwaliteit en toegankelijkheid zat al vroeg in het DNA van het bedrijf. Nog voordat de eigen ketels in 2011 waren geplaatst won Maximus de eerste prijs op het Utrechts bierbrouwersfestival.

Het idee om een eigen brouwerij te beginnen komt van Ewald Visser en Arend Jan van Dieën, die beide werkten in het legendarische Kafee België op de Oude Gracht in het centrum van de stad. Deze licht anarchistische kroeg is op dat moment één van de weinige vrijplaatsen voor een nieuwe biercultuur in Utrecht. Brouwer Marcel Snater had al heel wat ervaring opgedaan via de Snaterende Arend, een zigeunerbrouwerij waarmee hij samen met Peter van de Arend bijzondere bieren brouwt, vooral voor het Arendsnest in Amsterdam.

Maximus kiest voor een opvallende locatie voor z’n brouwerij. Niet in een oud fabriekspand of een loods op een industrieterrein, maar in een nieuw te bouwen pand midden in de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn, ver weg van wat als hip en happening wordt gezien. Het blijkt een schot in de roos. Niet alleen delen ze het gebouw met de Bouwloods, een leerwerkbedrijf, maar ook hebben de heren al vroeg door dat iedere wijk een hart nodig heeft. Stadsplanners vergeten daar nog wel eens rekening mee te houden als ze een nieuwe wijk ontwerpen. Gelukkig kan het proeflokaal van Maximus in Leidsche Rijn de rol van buurtkroeg op zich nemen. En heel klassiek ligt de kroeg letterlijk naast de kerk, die in dit geval overigens een moskee is.

Hout domineert het interieur van het proeflokaal. Daarmee is een natuurlijke verbinding gelegd met het leerbedrijf in de Bouwloods, dat zich met name op houtbewerking richt. Aan het uiteinde van de ruimte, badend in het licht van de grote, hoge ramen, staat op de vide de brouwinstallatie. Geen modern roestvrijstalen ding, maar prachtig gepoetste koperen ketels die de brouwerij tweedehands kon overnemen. De installatie is in 1991 gebouwd voor brouwerij Hibernia in Gelsenkirchen. De ligging van de brouwketels zorgt er wel voor dat de brouwers fit moeten blijven. De zakken mout moeten stuk voor stuk het houten trappetje naar de brouwketel opgesjouwd worden.

De bieren van Maximus kun je het best als modern klassiek omschrijven. De pale ale, IPA en session ale zijn duidelijk van Amerikaanse snit, maar niet extreem uitgesproken. Je drinkt er graag een tweede glas van. Ook de blond en het witbier zijn gewoon goed. Onlangs zijn alle bieren in een nieuw jasje gestoken. Ook de etiketten hebben een modern klassieke uitstraling. Duidelijk, no nonsens, je krijgt wat je ziet. Het is de handtekening van Maximus. En wat je ziet is goed.

Het park dat naast de brouwerij ontwikkeld is heet inmiddels het Maximapark. Blije tongen beweren dat het park niet naar onze koningin vernoemd is, maar naar de nabij gelegen brouwerij. Een ding is zeker, in het park laat de brouwerij ook wat hop groeien, zodat er samen met de buurt geoogst en gebrouwen kan worden.

[foto: Maximus]

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.