
05 sep Mild
[2023] Eén van de eerste Britse biertypen die ik leerde waarderen was ‘mild’, een donker, iets zoetig bier met tonen van caramel en weinig alcohol. Het is helemaal niet bitter. Tegenwoordig kom je het zelden meer tegen. Vandaar dat ik zo blij was dat ik mee mocht op een reis die biersommelier Markus Raupach organiseerde naar de Black Country.
Mild was het biertype van het industriële hart van Engeland. Een bier waarmee mijnwerkers en staalarbeiders, na een dag lang zwoegen in mijnen en fabrieken, hun dorst konden lessen, zonder direct uit hun schoenen te vallen. Een bier dat door z’n suikers ook voedend is. Een bier dat je kan brouwen in een eenvoudige brouwinstallatie. Die geeft door karamellisatie karakter en kleur aan het bier. Het bier moest vooral betaalbaar zijn. Vandaar dat lokale brouwers weinig gebruik maakten van dure hop.
Black Country is nog steeds het gebied waar mild thuis is. Lokale brouwerijen zoals Batham’s maken een smakelijke variant met zo’n 3,5% alcohol. Maar ook hier verliest het bier terrein aan de goudkleurige bitters. De meeste mensen zwoegen niet meer in fabrieken en het prijsverschil tussen mild en bitter is inmiddels verdwenen. Lokale brouwers zijn niet bepaald stijlvast, waar het milds betreft. Zo brouwt de Old Swann Inn, beter bekend als Ma Padoe, een blonde mild, die uniek is in z’n soort. Het bier wordt alleen in de eigen pub verkocht. Hetzelfde geldt voor het bier van Sara Hughes’ brouwerij van het Beacon hotel in Sedley. Zij brouwen weliswaar een donkere mild, maar dan wel een zware. Met 6% is het een droom van een bier, de mooiste mild die ik in tijden proefde: een perfecte balans van stroop, gedroogde pruimen, brood, en wat aardsheid. Misschien wel meer een Scotch ale dan een mild. Het drinken van deze Roby Mild moet je wel goed timen. Het Beacon Hotel houdt nog Victoriaanse sluitingstijden aan. Zo gaat de bar om 12 uur open, maar om half drie weer dicht. Op vrijdag, zaterdag en zondag een half uurtje later. Door de weeks gaat de pub dan om half zes weer open (in het weekend later) om vijf uur later ‘last orders’ te serveren. Om elf uur ’s avonds gaat de bar onherroepelijk dicht. Letterlijk: luiken sluiten het zicht op de taps af. Het is niet de bedoeling dat je het hele weekend verdrinkt. Wie wat bier voor thuis mee wil nemen, krijgt het getapt in een wit plastic jerrycan van vijf liter. Een growler, maar dan van de simpelste soort. Dat kan ook, want de bieren van Sarah Hughes zijn handgetapte cask ales, waarbij koolzuur een ondergeschikte rol speelt. Dis is ook weer een knipoog naar het verleden, toen tappen in flapkannen en potten de enige manier was om bier thuis te krijgen. De Britten houden het verleden in ere.
De naam ‘mild’ laat zich makkelijk verklaren. Het is een zacht bier, bedoeld om snel te drinken. Ooit werd met deze term gebruikt voor het zoete jonge bier, dat in pubs werd gemengd met verouderd, rins, bier. Een beetje zoals nu nog steeds Vlaams rood en Vlaams bruinbier een mengeling is van oud en jong bier. Met de opkomst van gehopte bieren bleef mild het zoetere bier, maar nu in vergelijking met de bittere pale ales.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.