Een derde trappist in Nederland

Een derde trappist in Nederland

[2020] Niet veel mensen weten het, maar Nederland kent een derde trappistenbrouwerij. Of liever gezegd, het had een derde trappistenbrouwerij. Nog preciezer gezegd, historisch is het de tweede brouwerij en Zundert is nummer drie. Zo’n vijf jaar nadat de monniken van De Koningshoeven de ketels opgestart hadden, begonnen ook de broeders in het klooster van Uelingsheide, vlakbij Tegelen, met het brouwen van bier. Geen ‘erkend’ trappistenbier overigens, want de Internationale Vereniging Trappist, die de erkenning verleent, bestond simpelweg nog niet.

Veel is er niet over de brouwerij bekend. In de geschiedenis van de abdij lijkt brouwen niet meer dan een voetnoot, een noodzakelijkheid waar je nauwelijks over hoeft te spreken. De miswijn, die de abdij verhandelde, speelt een veel belangrijkere rol, ook in de economie van het klooster. Een groot gedeelte van de bierproductie is voor eigen consumptie. Van prior Hubertus de Swart is het verhaal overgeleverd dat hij in een kopje zwart brood bewaart, dat hij overgiet met bier. Na zo’n drie dagen weken slurpt hij het op. Het is een belangrijk deel van zijn dieet.

Zeker is dat de brouwerij in 1891 wordt ingewijd, zeven jaar na de stichting van het klooster zelf. De eerste brouwer is de eerste lekenbroeder Bernardus Wissing uit het Duitse Vreden. In het klooster leven veel Duitse monniken. Dat is ook niet verwonderlijk, het klooster staat op een steenworp van de Duitse grens. Die verbondenheid is voor de Eerste Wereldoorlog duidelijk merkbaar, blijkt uit de biografie van Dom Amandus Prick. Bij het bezoek van de bisschop van Münster in 1914 aan het plaatsje Kaldenkirchen aan de andere kant van de grens, wordt ook de prior van Tegelen uitgenodigd. De prior geeft aan dat hij graag voor de vespers thuis te willen zijn en wordt met veel fanfare per paard en wagen door de bisschop zelf teruggebracht. In Tegelen drinkt men een paar glazen trappistenbier. Na de completen keert het gezelschap van de bisschop terug naar Kaldenkirchen. In de abdij heerst weer serene rust. Een paar dagen later breekt de oorlog uit. Opvallend dat het bezoek van de bisschop van Münster zich in 1923 herhaalt.

In die tijd wordt een deel van het bier ook verkocht aan buitenstaanders. Van het bier zijn nog enkele etiketten en een reclame bekend. Het laat zien hoe de beeldvorming rond trappistenbier in de loop der tijd is veranderd. Op een advertentie voor Tegelen Trappist zitten twee kabouters op een biervat van een glas bier te genieten. Het zou zo een reclame voor La Chouffe kunnen zijn. Een fles donker bier kost 28 cent per flesch of per liter. Licht bier 22 cent. Donker bier wordt ook in halve fleschjes verkocht voor 15 cent per halve flesch.

Na de Tweede Wereldoorlog valt het doek voor de brouwerij. In 1949 laat overste van de Laar aan het Centraal Brouwerij Kantoor weten dat de brouwerijactiviteiten zijn gestaakt. Toch leeft de herinnering aan het bier voort. In 1910 heeft de abdij het merk “La Trappe” gedeponeerd. De trappisten van Koningshoeven krijgen in 1971 de merknaam in licentie voor het symbolische bedrag van 1 gulden.

Het kloostergebouw in Tegelen bestaat nog steeds. Er is een terrasje en een winkeltje dat verschillende trappistenbieren en andere kloosterproducten verkoopt. De monniken zelf zijn in de jaren tachtig verhuisd naar een klooster in Echt.

1 Reactie
  • LENIE KOPPENOL
    Geplaatst op 07:13h, 19 december

    HEY IS EEN PRACHT VERHAAL JE KAN NET ZO GOED ALLES VERTELLEN ALS JE VADER JE VADER OVER WIJN EN U OVER DE TRAPPIIST ALLENBIJ LEKKER