
08 feb Tijdreis
[2025] De laatste dagen denk ik veel aan Alaska. Niet dat ik daar heen wil om nog iets van een wit winters gevoel te beleven. Ook niet vanwege Trump’s uitspraak ‘drill, baby, drill’. Maar vanwege een proeverij waar ik al een jaar of twintig naar uitkijk. In 2005 maak ik voor het eerst kennis met de bieren van de Alaskan Brewing Company uit Juneau. Mooie gebalanceerde bieren in smaken die ik nog niet ken.Hun smoked porter is helemaal een feestje. Wat een bier is dat! Zo’n bier heb ik nog nooit geproefd. Donker, licht rokerig, koffie en prachtig in balans. Bovendien is het bier met 6,5% ook niet overdreven zwaar. Het is anders dan alles wat ik tot die tijd gedronken heb. Ook het label vind ik prachtig. Een paar elanden die zwart tegen de avondschemering een helling aflopen. Of is het de ochtendschemering? Ik ben dan ook een heel gelukkig mens op het moment dat Bier&cO in 2012 voor het eerst Alaskan Smoked Porter naar Europa haalt.
Alaskan smoked porter is een jaargangsbier, dat eens per jaar in gelimiteerde oplage gebrouwen wordt. Buiten het visseizoen mag de brouwerij haar mout roken op esdoornhout (!) van lokale zalmrokerijen. Mijn enthousiasme blijft niet onopgemerkt. Rick Kempen belooft me een verticale proeverij van verschillende jaargangen. In mijn naïviteit vergeet ik hem te vragen op welke termijn dat zal plaatsvinden. ‘Dat komt, dat komt. Ik ben het niet vergeten’, is steevast zijn antwoord als ik hem aan zijn belofte herinner. Na tien jaar herinneren, begin ik de moed te verliezen. Zo langzamerhand zal het bier wel niet meer te drinken zijn – áls hij al nog flessen heeft.
Maar ik heb buiten de brouwer en de waard gerekend. Ik had beter moeten weten. Rick heeft een enorme bierkelder, waarin hij deze weken via een aantal ‘bottlekills’ ruimte wil scheppen. Een bottleshare ken ik, maar een bottlekill is een hele nieuwe ervaring. In dat geval neemt de organisator zelf een serie bieren mee. De bottlekills van Rick staan allemaal in het teken van Beergeeks beat ALS. Met zijn eerste bottlekill lost hij z’n belofte in. Er staan maar liefst vier Alaskan smoked porters op tafel: uit 1993, 1996, 2008 en 2013. Het bier uit 1993, meer dan dertig jaar oud, staat nog als een huis. Het is het meest rokerige, plat, maar verder nog helemaal intact. De fles uit 1996 is wat geoxideerd en minder rokerig. Het bier uit 2008 heeft zelfs nog koolzuur. Je merkt dat het bier niet piepjong meer is, maar het is een feest om te drinken. De fles uit 2013 blijkt stuk en om. Aansluitend proeven we nog twee Nightporters van de Bronckhorster brouwerij, geïnspireerd op het bier uit Alaska. De bieren uit 2015 en 2017 hebben nog niets aan kracht verloren, maar de lichtere en veel oudere Amerikaan uit 1993 geeft ze simpeltjes partij. Sterker nog, het blaast ze omver. Pas bij de blockbustende Midnightporter (10% alc) uit 2017 en 2020 valt het Alaskabier wat weg.
Mijn enthousiasme van destijds is een mooi tijdsbeeld, realiseer ik me. Inmiddels is smoked porter dan wel geen doorsnee bier, maar ik schiet er niet meer van uit m’n schoenen. En wie importeert er tegenwoordig nog bieren vanuit de andere kant van de wereld? De Bronckhorster bieren maakten de proeverij helemaal een prachtige tijdreis.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.